Yom Kippoer 1942: Het laatste gebed

“19 Oktober was het zover, het Yom Kippoer project waar we maanden voor hebben geoefend. We worden om 14:30 uur verwacht in de Grote of Mariakerk in Meppel om het hele concert door te lopen. Zodra we de kerk binnenlopen geeft het een oud, vertrouwd gevoel, het is namelijk al even geleden dat we hier voor het laatst hebben kunnen zingen. Het blaasorkest is ondertussen al druk bezig hun instrumenten te stemmen en ze nemen nog wat stukken door. Wij verzamelen ons als koor achterin de kerk en zodra we mogen beginnen, lopen we naar voren om ons op te stellen voor het blaasorkest. Hier staat de componist en tevens dirigent van het concert, Zoran Rosendahl, al klaar om te beginnen. Ook de tenor, Erik slik, en de verteller van de verhalen, Job Cohen, zijn hierbij aanwezig.We beginnen van voor af aan en nemen alles goed door. Na afloop van deze laatste repetitie is het tijd om wat te eten en te drinken.

Om 19:30 uur worden we weer verwacht in de Grote of Mariakerk in Meppel. We zijn nu allemaal in het zwart gekleed voor het concert. De kerk loopt ondertussen helemaal vol en wij gaan op onze plekken zitten en wachten tot we mogen oplopen. Zoran loopt op en gaat op zijn plek staan. Van Ceciel krijgen wij een seintje dat we op mogen lopen. Daar staan we dan, voor een bomvolle kerk, wachtend op de inzet van Ceciel voor het eerste stuk: “Todesfuge”.

Na dit eerste stuk zijn de meeste zenuwen wel gezakt. Wij gaan zitten en het blaasorkest speelt een aantal mooie stukken. Tussendoor worden de ingrijpende verhalen vertelt, over de tweede wereldoorlog en hoe de Joden behandeld werden in deze tijd. De verhalen raken zichtbaar het aangedane publiek en ook ik krijg af en toe kippenvel. Het groot ensemble loopt op voor “Adon Olam”, een krachtig stuk, gezongen in het Hebreeuws. Het blaasorkest valt in zodra wij klaar zijn met zingen. Job Cohen vertelt over de nacht van 2 op 3 oktober 1942, toen 13.000 Joden naar Westerbork werden gedeporteerd. In het kamp werden Nederlandse en Joodse kinderliedjes gezongen. De jongsten van het jeugdkoor gaan plots staan, draaien zich om naar het publiek en zingen de kinderliedjes, gevolgd door “Hava Nagila”. Na dit indrukwekkende stuk, luisteren we ademloos naar de vioolsolo van Eva Lucia Schmölzer op het orgelbalkon. Het zorgde voor een muisstille kerk en werd opgevolgd door een aantal overweldigende stukken van het blaasorkest.

We zingen “Areshes”, een stuk vol emotie en intieme klanken. Zoran noemde dit ‘het hoogtepunt van het concert’ en tijdens dit stuk moesten we alles geven wat we hadden om het zo goed mogelijk over te brengen aan de luisteraars. En niet alleen de luisteraars voelden de emotie. Ikzelf werd ook geraakt door de prachtige klanken van het stuk en toen we het zongen, daar in de sfeer van de avond, dacht ik nog: ‘Wauw, wat is dit mooi’. Nadat de tenor het gebed van Jona had gezongen, loopt het hele jeugdkoor op om samen met Erik Slik, “Ne’ila” te zingen. De jongsten van het jeugdkoor kunnen nu gaan zitten en Job Cohen vertelt het laatste verhaal. Hierna zingt het groot ensemble “Shema” als slotstuk. Wanneer het slotakkoord klinkt, sluiten we onze boekjes met bladmuziek en laten we onze hoofden naar beneden zakken. Karst Sieffers blaast op de ramshoorn om het concert af te sluiten en in het dankwoord van Bart van den Dolder, klinkt de nalatenschap van Nico Sieffers door. “Moge zijn geest blijven voortleven in de melodieën die we koesteren en in de harten van allen die hij heeft geraakt”.

Wat was dit een gaaf project om aan mee te werken, met ingrijpende verhalen en ontroerende muziek. De reacties achteraf waren ook overweldigend en ik ben trots op wat we met zijn allen hebben neergezet.”

Door Kris Verbrugge, lid van het Ensemble.